Tagarchief: sport

Elke dag 30 minuten aangesloten bewegen – gek of geweldig?

Soms moet je je doelen bijstellen, omdat de situatie een beetje verandert. Toen ik met mijn doelen versie 3 begon, wandelde ik geregeld, maar sportte ik verder niet. In de loop van deze periode ging ik op LaBlast en werd ik lid van de sportschool. Daarom heb ik doel 25 aangepast van Elke dag 30 minuten aaneengesloten wandelen naar Elke dag 30 minuten aaneengesloten bewegenDit was namelijk ook het idee achter het oorspronkelijke doel: meer bewegen en fitter worden. De eerste poging mislukte na 5 dagen, omdat ik geen zin had in de regen te gaan wandelen. Op 21 oktober 2017 startte ik met een nieuwe ronde.

Dag 1: We hebben een verjaardag in het zuiden, dus we zitten die dag 2,5 uur in de auto en een poos stil als we op visite zijn. Ik heb wel behoefte aan wat beweging, dus we lopen ’s avonds via een flinke omweg naar de schouwburg. Resultaat: een wandeling van 50 minuten.

Dag 2: Aangezien de kinderen in het zuiden zijn gebleven, kunnen Niels en ik aan de wandel. We maken een ‘blubberwandeling’ rond en door Meppel van 12 km en eindigen in de kroeg waar we ons tegoed doen aan speciaalbiertjes en een lekker bord eten.

Dag 3: Weer richting het zuiden om de kinderen op te halen. We stoppen bij Ravestein om daar een NS-wandeling te maken. Het is te koud om de grote wandeling te doen, dus we pakken de verkorte versie van 9,5 kilometer. De koeienvlaai-slalom-route noem ik hem, omdat je over de dijk langs de Maas tussen de koeien loopt.

Dag 4: Shoppen of sporten? Ik kies in eerste instantie voor shoppen en na één winkel toch maar voor sporten…

Dag 5: Met mijn moeder wandel ik een uurtje door Meppel Noord. Samen is veel gezelliger dan alleen.

Dag 6: We wandelen de hele dag door Aquazoo, maar toch vind ik dat ik hiermee niet voldoe aan de eis ‘aaneengesloten’, want je loopt een stukje en staat weer stil. Daarom stuur ik op de terugweg nog een appje of er nog mensen meegaan een blokje om. ’s Avonds lopen we met drie dames nog ruim drie kwartier door Meppel.

Dag 7: Ik ben van plan om naar de sportschool te gaan, maar wil ook nog buiten Meppel kijken naar een jas (aangezien ik hier alle winkels al gehad heb). Ik app mijn moeder of ze zin heeft om mee te wandelen naar De Wijk. Qua tijd is het beter om op de fiets te gaan. 25 minuten heen, dus eigenlijk te kort. ‘Gelukkig’ hebben we op de terugweg tegenwind en wat regen, dus doen we er iets meer dan 30 minuten over.

Dag 8: Geen zin om de deur uit te gaan. Gelukkig hebben we op internet Yoga with Adriene. Lang geen yoga meer gedaan, maar het blijft heerlijk. Het jeugdjournaal was eerder afgelopen dan mijn filmpje, dus nadat er twee kinderen bovenop mij lagen, nog 7 minuten kinderyoga gedaan met z’n drieën.

Dag 9: Bam, zondagochtend 9 uur naar de sportschool. Daarna nog met z’n vieren naar het zwembad.

Dag 10: Hoewel ik laatst heb ontdekt dat ik met een gemiddelde orkestrepetitie ruim 600 kcal verbrand, vind ik toch dat ik ook wat anders actiefs moet doen op de maandag, ook omdat je tijdens een repetitie nooit 30 minuten ononderbroken speelt. Ik wandel een half uurtje door de binnenstad.

Dag 11: In mijn eentje naar de sportschool.

Dag 12: Tijd voor LaBlast

Dag 13: Weer naar de sportschool, maar nu samen. Dat is toch gezelliger.

Dag 14: Ik doe deze dag van alles, maar heb geen zin om nog te gaan wandelen. Ineens krijg ik een idee. Ik vraag Koen of hij zin heeft in een avondwandeling. Samen wandelen we door de stad, wat hij geweldig vindt. Het is koopavond en er zijn veel lichtjes, dus hij vindt het fantastisch.

Dag 15: Twee uur lang heb ik opgeruimd, gepoetst etc. Mijn FitBit heeft geen beweging opgepikt, dus er moet nog wat anders gebeuren. Meike heeft haar knuffeltje ergens laten liggen, dus ik wandel daar even heen en zo kom ik toch weer aan mijn half uurtje.

Dag 16: Weer om 9 uur present in de sportschool.

Dag 17: Een heerlijk zonnige herfstdag, dus helemaal geen straf om even te gaan wandelen. De volgende ochtend blijkt zelfs dat ik verbrand ben!

Dag 18: Tijd voor LaBlast. Ik heb een rotdag gehad, dus het is fijn om even een uurtje alleen aan danspasjes en uithoudingsvermogen te denken.

Dag 19: Een rondje sportschool in mijn eentje. Ondanks een beginnende verkoudheid gaat het best heel goed.

Dag 20: Een lunchwandelingetje samen met Niels.

Dag 21: Een grijze dag. Gewapend met paraplu ga ik de deur uit. Die heb ik binnen 100 meter al nodig en klap ik pas bij thuiskomst weer in.

Dag 22: Ik word wakker en voel me niet fit. Ik zeg mijn sportafspraak af en doe het de hele dag rustig aan. Met Koen speel ik voor ‘soepexpress’ en wandel met een emmertje soep naar mijn broer. Koen zijn tempo past vandaag bij het mijne en als we niet teveel mooie voertuigen (vrachtwagens, treinen, jeeps etc.) tegenkomen hebben we nog best de pas erin.

Dag 23: Ondanks dat ik me had afgemeld voor een feestje, zijn de kinderen toch uit logeren gegaan. We nemen bij het ophalen een extra lange route naar hun logeeradres. 35 minuten wandelen is voor mij vandaag ook echt het maximum. Blegh. Ik begin onder deze omstandigheden flink te balen van dit doel. Toch even doorbijten.

<<< Bah, echt ziek. Even denk ik: ‘Nu moet ik weer opnieuw beginnen.’ Maar als ik te ziek ben om te werken kan ik ook niet van mezelf verwachten dat ik in beweging kom. Na 3 dagen op bed/op de bank denk ik op de 4e dag dat ik zelf de kinderen wel naar school kan brengen. Hierbij ga ik bijna van mijn stokje, dus nog maar even rustig aan doen. >>>

Dag 24: Een bezoekje aan de sportschool. Ik begin rustig aan, dus de ‘makkelijke dag’ van het trainingsschema en 4 minuten korter op de crosstrainer. Het valt me niet tegen.

Dag 25: Tijd voor LaBlast. Wat gaat je conditie achteruit na een weekje ziek zijn en als je verkouden bent. Ik deed het al rustig aan, maar het was nog steeds zwaar. De laatste 5 minuten gaf mijn Fitbit een hartslag van 199 aan. Niet relaxed.

Dag 26: Nog een keer naar de sportschool en nu de zware dag. Het valt me ook enorm zwaar en als ik later mijn Fitbit uitlees, blijkt ook dat ik qua hartslag veel hoger zat dan normaal. Voordeel is wel: ik heb ook 100 kcal meer verbrand dan normaal.

Dag 27: Het is buiten donker, grijs, grauw en het waait heel hard. Aangezien dit het enige moment is waarop ik vandaag tijd heb voor een wandelingetje moet ik er toch maar uit, al heb ik net ook al 10 minuten pal tegen de wind in gefietst. Ik hou het wonderwel droog.

Dag 28: Ook vandaag een wandelrondje door Meppel.

Dag 29: Met Koen maak ik een avondwandelingetje, want we moeten toch nog wat spulletjes bij mensen langs brengen. Opnieuw geniet Koen van de lichtjes, zeker nu de bomen langs de gracht, de fonteinen en (nep-)vissen ook weer verlicht zijn.

Dag 30: Met Niels rond ik de maand af. We brengen de babyfoon bij de buren en gaan samen de kou in om nog een stukje te wandelen.

Conclusie:
4 dagen per week 30 minuten aangesloten bewegen haal ik makkelijk. De andere 3 zijn lastiger in te passen, of ik moet me er erg toe zetten. Hierbij motiveerde dit doel wel, want ‘Ik ga toch niet na 18 dagen weer helemaal opnieuw beginnen?!’
Ik was erg blij dat ik onlangs een Fitbit heb gekocht, want ik vind het erg leuk om te zien wat mijn dagelijkse resultaten zijn en heb ook daar mijzelf doelen in gesteld. Leuk om te zien dat ik dagelijks tussen de 2.700 en 3.700 kcal verbrand en tussen de 9.000 en 17.000 stappen zet.

Voortaan ga ik weer voor 4 dagen intensiever bewegen en de andere 3 gewoon voor de 3x 10 minuten. Af en toe vond ik het enorm lastig in te passen of had ik echt helemaal geen zin. Toch leuk om eens gedaan te hebben en ik ben stiekem best een beetje trots op mezelf.

Sporten: een haat-liefdeverhouding

Als je mijn verhaaltjes over sporten een beetje hebt gevolgd, weet je dat ik echt een haat-liefdeverhouding heb met sporten. Een aantal jaren heeft de haat overheerst, maar de laatste tijd slaat de wijzer iets meer uit richting liefde. Het nut van bewegen heb ik altijd wel gezien, maar ik kon het, behalve wat wandelen en functionele beweging,  niet altijd opbrengen of inpassen in mijn week.

In mei begon ik met LaBlast en dat vind ik nog steeds erg leuk. Het voordeel en meteen ook het nadeel is dat de lessen om 19.00u zijn. Op een drukke dag is dat veel te vroeg en kom ik op het laatste moment de zaal binnengestuiterd. Het fijne is wel dat je om 20.00u gewoon weer thuis bent en een flinke workout hebt gehad.

Eind augustus liet ik mij overhalen om weer te beginnen met sporten in de sportschool.   Veel mensen in mijn omgeving waren sceptisch, ikzelf waarschijnlijk nog het meest. Maar ik heb mezelf zeer verbaasd: ik ben vandaag al voor de 21e keer geweest en dat in 10 weken tijd!

De eerste paar keer was het vooral gezellig en nieuw, waardoor ik gemotiveerd was. Ik maakte een keer een afspraak met een personal trainer om zeker te weten dat ik de oefeningen goed uitvoer en geen blessures veroorzaak.

Het kwam toevallig zo uit dat ik iedere keer ook samen met iemand kon, dus dat was heel fijn. De paar momenten waarop ik alleen heen moest, waren best lastig. Als ik afspreek met iemand, is het niet eens een optie om niet te gaan. In een afspraak met mijzelf ben ik flexibeler en dan lonkt toch een boek of is er iets anders wat ik op dat moment ook kan/moet doen. Inmiddels lukt het ook steeds beter om in mijn eentje naar de sportschool te gaan.

De voordelen van het sporten merk ik ook echt wel: ik voel me fitter, heb minder last van pijntjes of stijfheid en, misschien nog wel het fijnste, het wordt voor mij makkelijker om kleding te kopen die ik leuk vind. Deze maand werk ik ook aan het doel ‘dagelijks 30 minuten aaneengesloten bewegen’ (daarover later meer). Met een bezoekje aan de sportschool heb ik dat voor die dag dus alweer gehaald.

Het gaat nog te ver om te zeggen dat ik het leuk vind om naar de sportschool te gaan, maar gezellig en nuttig vind ik het wel en in ieder geval niet meer heel vervelend.

 

Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Eerder beloofde ik mezelf dat ik nooit, maar dan ook nooit meer naar de sportschool hoefde. En ook besloot om het gewoon nooit meer te doen, omdat de kans op mislukking te groot is. Tot vandaag.

Ik kreeg een appje of ik zin had om in een drietal te gaan sporten. Minimaal één keer per week samen, vaker als het kan. Natuurlijk dacht ik meteen aan de afspraak met mijzelf om NOOIT meer een stap binnen een sportschool te zetten, maar toch begon ik na te denken. Ik wil nog steeds ‘een paar’ kilo kwijt. Ik wil ook nog steeds fitter worden. Hier heb ik al wel stappen in gezet, maar toch ben ik nog niet waar ik wil zijn.

Het feit dat Meike na de vakantie naar school gaat en ik dus weer wat ruimer in de tijd kom te zitten, was al vaker door mijn hoofd geschoten bij het maken van mijn Hoe word ik fit-plannen. Zelfs de sportschool was al eens naar voren gekomen in mijn gedachten, maar drukte ik weg want ‘daar zal ik dan toch wel weer niet heen gaan.’

En nu kwam dus deze vraag. Na heel veel heen en weer appen met de vriendin die de vraag stelde en Niels (die hier in eerste instantie uiteraard sceptisch tegenover stond), maakte ik de keuze om me aan te melden voor de sportschool. Meteen ’s middags samen met Meike mijn pasje en welkomsttas opgehaald (Mama, ik wil hier ook sporten!).

Morgenochtend ga ik even tijd maken voor een uitgebreide weeg- en meetsessie, want meten is weten! Spieren zijn zwaarder dan vet, dus voor de motivatie is het wel belangrijk om te ziet dat er in kilo’s misschien geen resultaat is, maar in centimeters wel.

Mocht de sociale druk van mijn sportclubje niet werken: ik heb er meteen maar een doel van gemaakt. Doel 44: 85 keer naar de sportschool. Dat komt neer op 1,5 keer per week.

Misschien leuk om te polsen hoeveel mensen denken dat ik dit doel ga halen 😀 Ik hou jullie op de hoogte.

P.S. Als je je afvraagt hoe het zit met mijn sportgedrag, hieronder wat van mijn blogs over sporten. En natuurlijk ga ik door met LaBlast.

überloser

Hoe is het nou met dat sporten?

Een proefles LaBlast

Over hoe zelfs IK sporten een beetje leuk vind

überloser

Zo voelde ik mij vandaag. Een überloser. Hoe dit zo kwam? Koen is al ruim 1,5 jaar bezig voor zijn A-diploma. Het A-diploma van nu is totaal niet meer te vergelijken met het A van vroeger. Toen hoefde je namelijk alleen te kunnen drijven, watertrappelen, schoolslag, rugslag en dat dan met je kleren aan. Dat is dus alles wat ik kan (plus nog wat dingetjes die ik als twaalfjarige leerde van mijn vriendinnetje dat op zwemmen zat). Met schoolzwemmen heb ik mijn B ook niet gehaald. Ik was er niet goed in en bang voor de badjuf.

Tegenwoordig moeten ze voor A op de rug drijven, op de buik drijven, watertrappelen, borstcrawl, rugcrawl, duiken (van het startblok!) en door het gat kunnen zwemmen. Niet alles hoeft nog perfect, maar ze moeten de technische basis beheersen.

Vandaag was de laatste les voor de vakantie en dus: meezwemles. Vorig jaar is Niels het water ingegaan, en dat hadden we voor vandaag ook afgesproken, maar hij werd ziek. Ik, met alleen mijn A oude stijl, was dus degene die het water in ging. Het begin was prima.

De werkwijze met kaartjes werd uitgelegd en we moesten schoolslag, rugslag, borstcrawl, rugcrawl en duiken vanaf de kant. Dit kon ik allemaal of in ieder geval iets doen wat er een beetje op leek.

Maar toen kwam deel 2: duiken vanaf het startblok, door een hoepel of door het gat. Ik ben van het startblok gesprongen op een moment dat niet teveel kinderen keken. Ik heb geprobeerd door het gat te gaan, maar dat lukte niet. Ik kreeg het niet voor elkaar en durfde het ook niet echt. Probeer maar eens ongezien om het gat heen te zwemmen met allemaal kinderen om je heen. Zij moeten het namelijk ook, dus ik wil niet het verkeerde voorbeeld geven. En dan je kind: ‘Kom op mama, je kunt het wel. Ik kan het ook.’ Het huilen stond me nader dan het lachen en ik heb maar een grapje gemaakt dat ik ook nog maar wat zwemlessen moest volgen. Daarna moesten we ook nog door een hoepel van het startblok duiken, wat ik al helemaal niet kan. Ik stond wat te treuzelen en toen werd het volgende onderdeel uitgelegd en kwam ik er gelukkig onderuit. We gingen drijven, iets dat ik wel kan.

Na de zwemles me gefocust op het positieve: ik heb belangstelling getoond, me verplaatst in de leefwereld van mijn kind en heb het gezellig gehad met hem. Hij vond het het ook leuk en is eigenlijk wel trots dat hij iets kan wat mama niet kan. Dat dan weer wel.

Een proefles LaBlast

Sporten en ik gaan niet zo goed samen. Daar heb ik al een heel lang verhaal over geschreven. Toen vertelde ik ook dat eigenlijk alleen dansen leuk vond.

Toen ik 4 of 5 was begon ik met ballet. Ik was er niet heel goed in, maar vond het wel leuk. De eerste balletexamens mocht ik niet doen, omdat het zo zielig zou zijn voor mij als ik het niet haalde. Toen de exameneisen wat waren aangepast, mocht ik ook meedoen en haalde ik best redelijke cijfers. Niet zo goed als mijn vriendinnetje, maar dat vond ik niet zo erg. Eens per twee jaar was er uitvoering. Ik heb nooit een plekje in het openingsballet kunnen bemachtigen, maar deed leuk mee met mijn eigen groep als zonnestraaltje, Slavisch meisje of kat (ik heb 5 uitvoeringen meegedaan, maar de rest ben ik vergeten).

Als puber ging ik op dansles. Ik vond het er leuk en gezellig, maar ook heel spannend. Ik moest namelijk met jongens gaan dansen. En later was ik op één nog stiekem een beetje verliefd ook. En nog weer wat later wat minder stiekem op een andere jongen uit mijn dansgroep, die mijn eerste vriendje werd. De danspret was afgelopen en heel lang danste ik niet, tót ik in Niels een nieuw slachtoffer vond.

We woonden samen in Meppel, dat is wel zo praktisch als je samen dansles wilt nemen, en ik begon op een avond over dansles. Het leek me leuk en gezellig. Niels was niet direct enthousiast, maar uiteindelijk had hij het wel voor mij over om proefles stijldansen te doen. Het viel hem niet tegen en op een gegeven moment vond hij het zelfs leuk. We kochten dansschoenen en ik was niet degene met de lakschoenen ;). Het dansen ging best aardig, maar we hadden vooral vaak heel veel lol (behalve op de momenten waarop we allebei lekker eigenwijs waren). Er ging natuurlijk ook wel eens iets mis. Als je te vroeg wordt losgelaten in een draai, sta je ineens de muur te knuffelen. Of als je dezelfde kant op gaat, heb je ineens een botsing. Blauwe tenen hadden we ook wel eens, maar gelukkig niet zo vaak. We stopten met dansen toen Koen op komst was, want voor twee gezamenlijke hobby’s moet je toch best veel oppas regelen. Die oppas gebruiken we om naar De Bazuin te gaan.

Daarna heb ik vele sporten geprobeerd, maar ik vond eigenlijk niks leuk. Aangezien ik nog niet àlle sporten heb geprobeerd en ik hoopte toch eens iets te vinden wat ik vaker dan 5x leuk vind, zette ik doel 27 op mijn lijst: een proefles van een sport doen.

Ik kwam op Facebook dit filmpje van LaBlast tegen. Het is een work-out gebaseerd op stijldansen, maar dan in je eentje. Dit leek mij wel wat en ik heb een afspraak gemaakt bij één van de dansscholen hier voor een proefles. Ik vond het erg leuk om te doen en kon al best goed meekomen. Ik vond het nu ook helemaal niet zo vervelend om me in het zweet te werken. Met deze proefles heb ik het eerste doel van de lijst afgerond én iets gevonden waarvan ik verwacht dat ik het langere tijd leuk zal vinden. Ik ga in ieder geval volgende week gewoon lekker weer naar LaBlast. Gaat er nog iemand mee?

Over hoe zelfs IK sporten een beetje leuk vind

Je hebt van die mensen die ’s morgens om 6 uur blij uit hun bed springen en meteen hun hardloopkleding aan trekken en een rondje gaan rennen. Bij mij gaat het eigenlijk al mis bij 1. blij uit bed en 2. om 6 uur. Maar dat was niet waar ik heen wilde met mijn verhaal. Nee, het gaat mij om dat die mensen zo blij worden van het sporten.

Ik heb niet per se een hekel aan sport. Ik vind veel dingen best leuk, maar dat is meestal na 5x wel over. Dan denk ik ‘Lig ik hier weer in dat zwembad.’ Of: ‘Hier ben ik vandaag al 20x eerder langs gezwommen….’ Fietsen met een doel, prima, gewoon van A naar B, maar een rondje fietsen, omdat het leuk zou moeten zijn… nee. Ik heb ook gewoon een hekel aan al dat gezweet (Als Niels thuiskomt van het sporten en zegt: ‘Zo, ik heb weer lekker gezweet.’ begrijp ik daar ook helemaal niks van) en ik vind het ook vervelend om een versnelde ademhaling te hebben. En ja, als ik wel iets gedaan heb, voel ik me daarna goed en fijn en ik weet ook alles over wat sporten met je lichaam doet en welke stofjes er aangemaakt worden et cetera. Dat goede gevoel duurt maar 5 minuten en het sporten zelf veel langer.

Mijn sportbiografie is toch best lang. Toen ik een jaar of 4 was mocht ik op ballet. Dat vond ik leuk en heb ik tot mijn 14e volgehouden, maar toen moest ik van de dokter stoppen, omdat de combinatie ballet en in de groei zijn niet goed was voor mijn knieën. Ik was geen hoogvlieger, maar ik had er wel plezier in. Ook mocht ik op gym. Daar was ik me toch slecht in! Ik had niet genoeg kracht en mijn balans hield ook niet over. Ik herinner me een kennismakingscursus tennis, een proefles jazz ballet en natuurlijk zwemles waar ik toch diploma A oude stijl heb gehaald, oftewel ik kan drijven, schoolslag, een beetje rugzwemmen en daar heb je het dan ook wel mee gehad.

Toen ik een jaar of 14 was, mocht ik op dansles. Daar had ik het ontzettend naar mijn zin. We hadden een leuke groep (vrijdag dansen en zaterdag met z’n allen naar het zwembad) en het dansen zelf vond ik ook leuk. Het groepje viel uiteen en toen stopte ik met dansles. Omdat het met mijn knieën niet goed ging, mocht ik 2 jaar niet sporten. Tel daar nog Pfeiffer bij en dan blijft er een conditie over van 0,0.

Voorzichtig probeerde ik het sporten weer op te pakken. Ik deed een proefles streetdance, ging naar de sportschool, stopte daar weer mee, ging wat later weer naar de sportschool, volgde wat groepslessen, sponsorde de sportschool, en dat patroon hield ik vol. Rond mijn 25e ging ik volleyballen (zo’n beetje de enige sport die ik wel leuk vond bij gym op school ) en het spelletje vond ik leuk, maar ik kon helemaal niet tegen alle ‘tips’ die je naar je toe geroepen kreeg. Ik durfde geen bal meer te slaan en stopte.

Inmiddels ben ik ook al 5 of 6 keer begonnen met hardlopen, zelfs met een groepje, maar dat is ook niet heel ver gekomen. Yoga heb ik langer volgehouden en dat wil ik misschien wel weer gaan oppakken, maar dat is op dit moment nog geen optie. De afgelopen twee jaar aquajoggen, opnieuw wat sportschoolsponsoring en een proefles bij M-fit. M-fit vond ik de eerste twee keer best leuk, maar toen was de lol er af. Kortom, de meeste sporten vind ik gewoon echt niet leuk en ik heb er heel veel moeite mee om mijn spaarzame vrije tijd te besteden aan iets wat ik niet leuk vind. Kan ik beter muziek gaan maken of een boek lezen.  Toch heb ik nu weer een nieuwe proefles ingepland, dat is ook doel 27 (hierover later meer), in de hoop dat ik iets vind wat ik wel leuk vind.

De laatste tijd wandel ik best veel, maar vrijwel nooit alleen, want dat vind ik saai. De fysio vond het leuk, al dat wandelen, maar het zet geen zoden aan de dijk voor mijn herstel. In plaats van wandelen af en toe toch gaan fietsen en mijn oefeningen blijven doen.  Voor de algehele fitheid was ik al voorzichtig aan mijn 888e hardlooppoging begonnen. Daar kon volgens de fysio ook nog wat roeien bij (over saai gesproken), aangezien ik vorig jaar voor bijna niks tweedehands zo’n apparaat heb gekocht.

Gelukkig heb ik iets ontdekt wat het sporten voor mij in één klap minder vervelend maakt: ik heb een luisterboek op mijn telefoon (waar ik ook nog een verhaal over kan schrijven, want voordat je een acceptabel boek hebt gevonden…)! Dus in plaats van mopperend een rondje rennen of briesend roeien, luister ik nu lekker relaxed naar een verhaal en gaat het bijna vanzelf. Zoals een vriendin tegen mij zei: ‘Jij kunt ook alles compenseren met een boek hè?
En zo is het!