Tagarchief: zwemles

überloser

Zo voelde ik mij vandaag. Een überloser. Hoe dit zo kwam? Koen is al ruim 1,5 jaar bezig voor zijn A-diploma. Het A-diploma van nu is totaal niet meer te vergelijken met het A van vroeger. Toen hoefde je namelijk alleen te kunnen drijven, watertrappelen, schoolslag, rugslag en dat dan met je kleren aan. Dat is dus alles wat ik kan (plus nog wat dingetjes die ik als twaalfjarige leerde van mijn vriendinnetje dat op zwemmen zat). Met schoolzwemmen heb ik mijn B ook niet gehaald. Ik was er niet goed in en bang voor de badjuf.

Tegenwoordig moeten ze voor A op de rug drijven, op de buik drijven, watertrappelen, borstcrawl, rugcrawl, duiken (van het startblok!) en door het gat kunnen zwemmen. Niet alles hoeft nog perfect, maar ze moeten de technische basis beheersen.

Vandaag was de laatste les voor de vakantie en dus: meezwemles. Vorig jaar is Niels het water ingegaan, en dat hadden we voor vandaag ook afgesproken, maar hij werd ziek. Ik, met alleen mijn A oude stijl, was dus degene die het water in ging. Het begin was prima.

De werkwijze met kaartjes werd uitgelegd en we moesten schoolslag, rugslag, borstcrawl, rugcrawl en duiken vanaf de kant. Dit kon ik allemaal of in ieder geval iets doen wat er een beetje op leek.

Maar toen kwam deel 2: duiken vanaf het startblok, door een hoepel of door het gat. Ik ben van het startblok gesprongen op een moment dat niet teveel kinderen keken. Ik heb geprobeerd door het gat te gaan, maar dat lukte niet. Ik kreeg het niet voor elkaar en durfde het ook niet echt. Probeer maar eens ongezien om het gat heen te zwemmen met allemaal kinderen om je heen. Zij moeten het namelijk ook, dus ik wil niet het verkeerde voorbeeld geven. En dan je kind: ‘Kom op mama, je kunt het wel. Ik kan het ook.’ Het huilen stond me nader dan het lachen en ik heb maar een grapje gemaakt dat ik ook nog maar wat zwemlessen moest volgen. Daarna moesten we ook nog door een hoepel van het startblok duiken, wat ik al helemaal niet kan. Ik stond wat te treuzelen en toen werd het volgende onderdeel uitgelegd en kwam ik er gelukkig onderuit. We gingen drijven, iets dat ik wel kan.

Na de zwemles me gefocust op het positieve: ik heb belangstelling getoond, me verplaatst in de leefwereld van mijn kind en heb het gezellig gehad met hem. Hij vond het het ook leuk en is eigenlijk wel trots dat hij iets kan wat mama niet kan. Dat dan weer wel.